Het christelijk geloof is een relationeel geloof. Het gaat om de vertrouwelijke omgang met God die zich in de loop van Israëls geschiedenis laat kennen als Schepper en Bevrijder. Christenen geloven dat deze God op een unieke wijze kan worden ontmoet in Jezus.
Geloof is iets van hoofd, hart en handen. Het krijgt gestalte door het uitspreken van de geloofsbelijdenis maar ook door het vieren van de sacramenten, heel bijzonder het vieren van de Eucharistie, en het navolgen van Jezus. Voor christenen krijgt het christelijk leven heel concreet inhoud door het naleven van de 10 geboden maar ook door te luisteren naar het evangelie van Jezus in het Nieuwe Testament. Christus vat meerdere keren zijn onderwijs samen in het dubbelgebod van de liefde: het beminnen van God en van de naaste.