De nieuwe partij van Pieter Omtzigt scoort hoog in de peilingen. Waarnemers verbinden dat met zijn persoon. Als een van de weinige politici in Den Haag wordt hij gezien als een man met kennis van zaken, vasthoudend in zijn rol als controleur van de regering maar vooral ook als betrouwbaar. Ik kan dat zeker herkennen maar als bisschop ben ik vooral geraakt door het document van grondslagen van de partij. Voor Omtzigt zijn namelijk noties uit het katholiek sociaal denken belangrijk. Met name het begrip personalisme is opvallend. In de katholieke visie zijn mensen geen losse individuen maar unieke personen die alleen tot bloei en geluk komen in relatie met anderen. Het ik wordt gevormd door het wij. Ik denk aan onze familie, vrienden en collegae. Omtzigt wordt in liberale kring direct bestempeld als conservatief christelijk. Een liberale waarnemer sprak zelfs over een verlangen naar het land van ooit. Maar is dat niet te gemakkelijk?
Natuurlijk is onze samenleving de laatste halve eeuw sterk geïndividualiseerd. In een cultuur met veel welvarende en hooggeschoolde burgers worden de onderlinge banden vanzelf losser. Maar hebben wij daarmee de betekenis van een hechte gemeenschap niet verwaarloosd? Het lijkt dat ook in politieke kring daar meer oog voor komt. Ik hoop dan ook op een stevige discussie over de goede verhouding tussen persoon en gemeenschap. Het lijkt mij een opdracht voor alle politieke stromingen.
In het huidige politieke landschap opereren meerdere politieke partijen die het belang van onderlinge gemeenschap en solidariteit onderkennen. En dan denk ik niet alleen aan de verschillende christelijke partijen maar ook aan de sociaaldemocratie en de BBB. Zeker in het oosten en het zuiden van het land beseffen mensen het belang van zorg voor elkaar en het bieden van onderlinge geborgenheid. In mijn bisdom spreken mensen vaak niet over mijn pa of mijn moeder maar over ons pa of onze moeder. Voor mij heeft dat alles te maken met de katholieke wortels van veel burgers in Brabant.
Wij gaan op weg naar de verkiezingen voor de Tweede Kamer in november. Het beloven spannende maanden te worden. Wat mij betreft richten wij ons dan niet primair op de poppetjes maar op de ideeën van de verschillende partijen. Een fundamenteel debat over de betekenis van het wij voor het ik hoort daar dan zeker bij. Want mensen zijn fundamenteel sociale wezens en een samenleving vraagt om stevige onderlinge banden.
Mgr. dr. Gerard de Korte
bisschop van ‘s-Hertogenbosch