De Kathedrale Basiliek van Sint-Jan Evangelist te ‘s-Hertogenbosch.
Een kathedraal is de formele kerk van een bisdom en is dus de kerk waar de zetel van de bisschop een plaats heeft. Deze zetel, (in het latijn: cathedra), staat vooraan in de Sint-Jan op het zogenaamde “hoogkoor”. De Sint-Jan staat in de parochie H. Johannes. Een pastoor is met het kerkbestuur verantwoordelijk voor een parochie. In een kathedraal heet deze pastoor “plebaan” en woont in een “plebanie”.
Vóór de instelling van het bisdom van ‘s-Hertogenbosch in 1559, behoorden de kerken in ’s-Hertogenbosch tot het bisdom Luik. Aanvankelijk kerkten de inwoners van ’s-Hertogenbosch in de parochiekerk in Orthen. Omstreeks 1220 kwam er een eigen kerk, gebouwd buiten de stadsmuren, opgetrokken in baksteen in Romaanse stijl. Van deze eerste Sint-Jan is weinig bewaard gebleven. Alleen het onderste deel van de huidige toren is nog van deze Romaanse kerk. In 1413 maakte de paus de Sint-Jan los van de Sint-Salvatorkerk in Orthen en kreeg toen een eigen pastoor.
Met de bouw van de huidige gotische vijf-beukige kerk in kruisvorm, van baksteen en bekleed met natuursteen, is men omstreeks 1350 begonnen. De bestaande Romaanse kerk werd successievelijk afgebroken. De toren werd echter niet gesloopt. De Romaanse westtoren is in 1510 verhoogd in gotische stijl. Met regelmatige onderbrekingen kwam de bouw, met als laatste de grote middentoren, gereed in 1530. Deze houten toren van ruim 90 meter hoog is in 1584 door de bliksem getroffen en geheel, met delen van de kerk, in vlammen opgegaan. De herstellingen aan en in de kerk kostten veel tijd en geld. De huidige koepel dateert van 1605.
Na het beleg in 1629 trekt Prins Fredrik Hendrik met zijn troepen de stad in. De Sint-Jan wordt daarna door de Hervormden in gebruik genomen. Het interieur met beelden, schilderingen enz. moet het ook ontgelden. Napoleon heeft de Sint-Jan in 1816 aan de katholieken teruggegeven. De Sint-Jan wordt weer parochiekerk en kathedraal. Het Mirakelkbeeld van de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch, dat in 1629 naar Brussel in veiligheid werd gebracht, komt in 1853 weer terug. Na de viering van het 75-jarig herdenken van de terugkomst, krijgt de Sint-Jan in 1929 vanuit Rome de eretitel van “Basiliek (minor)”.
Een kerkgebouw en zeker een gebouw als de Sint-Jan heeft regelmatig onderhoud en soms restauratie nodig. In 1859 is men begonnen met het uitvoeren van een groot restauratieplan, waarvan met onderbrekingen, de afronding in 2010 heeft plaatsgevonden. Veel is er in en buiten de Sint-Jan te bewonderen. Voornaamste taak blijft: “Huis voor Gebed”.
voor de website van de parochie: klik hier