Aan het einde van zijn leven bidt Jezus om eenheid onder al zijn vrienden. Maar in de loop van de kerkgeschiedenis is de christelijke gemeenschap helaas meerdere keren uiteengevallen. Met name moet dan worden genoemd de breuk tussen Oost en West in 1054 en de breuk binnen het westerse christendom in de zestiende eeuw. Christenen hebben elkaar eeuwenlang genegeerd maar ook vervolgd en zelfs vermoord. Een reden tot diepe schaamte.
Maar gelukkig is er een ommekeer gekomen. Ruim een eeuw heeft de oecumenische beweging de wind in de zeilen gekregen. Aanvankelijk in studentenkring en in de wereld van missie en zending. Maar al snel ook in veel breder verband. In de geschiedenis van de oecumene vormt de oprichting van de Wereldraad van Kerken in Amsterdam in 1948 een mijlpaal. De grote oecumenische doorbraak in rooms-katholieke kring kwam tijdens het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965). Christenen noemen elkaar geen ketters en papen meer maar beschouwen elkaar als broeders en zusters. Vroeger waren wij geneigd om te beginnen bij de verschillen. Tegenwoordig plaatsen wij de overeenkomsten voorop. En wij hebben ontdekt dat datgene wat de verschillende christelijke tradities verbindt groter is dan wat ons verdeeld. Allen die Christus als hun Heer belijden zijn geen tegenstanders maar bondgenoten van elkaar. Geloofsinhoudelijk vraagt met name het cluster Kerk, sacramenten en ambten om een verdere theologische dialoog. Hopelijk kan in de toekomst ook op dit terrein verdere overeenkomst worden bereikt.
In ons eigen bisdom van ’s-Hertogenbosch werken parochies veelal hartelijk samen met protestantse gemeenten en andere christelijke groeperingen. Juist binnen een seculariserende context hebben wij gezamenlijk een missionaire opdracht om mensen voor Christus en zijn evangelie te winnen.