De sacramenten, het hart van de liturgie.
Sacramenten zijn werkzame tekenen van het door Jezus Christus bereikbaar gemaakte heil: ze duiden op de genade die ze tegelijkertijd ook bewerken; Christus zelf heeft de sacramenten als noodzakelijke heilsmiddelen ingesteld en aan de Kerk toevertrouwd.
De Kerk kent een veelheid aan liturgische vieringen. De sacramenten nemen daarin een heel bijzondere plaats in. Zij zijn de voornaamste en zekerste ontmoetingspunten met de Heer, omdat het tekenen en handelingen zijn waaraan Christus zelf de ontmoeting met Hem en de zekerheid van de verlossende werking verbonden heeft. De zeven sacramenten vormen het hart van de liturgie. Zij liggen ingebed in de liturgische viering van liturgisch jaar. – met als hoogtepunten het paastriduüm en de zondagsviering – het kerkelijk getijdengebed en de andere niet-sacramentele liturgische vieringen.
De zeven sacramenten
De sacramenten van christelijke initiatie:
Het H. Doopsel: deelname aan de dood en verrijzenis van de Heer.
Het H. Vormsel: de paasgave van de Heer, zijn Geest.
De H. Eucharistie; leven met Christus.
De sacramenten van de genezing:
Boete en Verzoening: het tweede doopsel.
De Ziekenzalving: de kracht van Christus’ Pasen bij ernstige ziekte.
De sacramenten ten dienste van de geloofsgemeenschap en de zending:
De Wijding: Christus spreekt, leidt en heiligt door mensen.
Het Huwelijk: het teken van het nieuwe verbond.