De Wonderlijke 7, een ontdekkingsreis
Net als voorgaande jaren organiseerde het Familiepastoraat van het bisdom van ’s-Hertogenbosch een diocesane dag voor gezinnen. Op zaterdag 1 juli 2023 gingen gezinnen op zoek naar de Wonderlijke 7! Deze ontdekkingsreis naar de Wonderlijke 7 voerde hen langs diverse plaatsen in museumpark Orientalis en in de Cenakelkerk, onderdeel van het Grootste Museum van Nederland. Beiden in Heilig Landstichting bij Nijmegen. Zie hier het verslag van deze dag met foto’s van Ramon Mangold.
De opening van de dag
Zie je dat, een bord met een ooievaar. Misschien herken je het: zo’n bord staat soms bij mensen in de tuin voor het huis. Iedereen kan dan zien dat daar een baby geboren is, hoe het kindje heet en dat de ouders heel blij zijn.
En dan, jongens in sportkleding: Voetbal? Tennis? Judo? In elk geval horen ze bij een club, trainen ze elke week en spelen ze wedstrijden.
Beetje zielig hè, zo’n gebroken been en zo’n kruk : gewoon lopen is veel makkelijker. Maar zij hebben wel bloemen van iemand gekregen om hen sterkte te wensen en te laten zien dat zij niet vergeten zijn.
En dat herken je vast ook wel: de vlag met een schooltas. Een paar weken geleden waren ze overal te zien en ze hangen er nog. In dat huis was iemand geslaagd en die begint na de vakantie aan een nieuwe studie, of aan een baan of een tussenjaar.
Wat je gezien hebt, is heel gewoon. Dat we iets duidelijk maken met een bord of met kleding of met bloemen. Dat bord, die kleding, die bloemen staan ergens voor, die verwijzen naar iets anders. Iets dat nog onzichtbaar is, een beetje zoals het topje van een ijsberg. Je ziet alleen maar het topje, maar onder het water zit een hele berg, onder het water zit nog veel meer. Dat je niet ziet. En, dat is heel gewoon, ook in de kerk.
Als een kindje geboren wordt, krijgt het kindje een naam, dat staat soms op een geboortekaartje of in de krant, maar in de kerk dopen wij een kindje in de kerk, dan vragen we God de naam van de kindje in zijn hand te schrijven. Zo’n kaartje kan wegraken, maar als God de naam in zijn hand schrijft blijft die voor altijd bewaard. Het is als een kus.
Wij dopen een kindje in de kerk, omdat Jezus gedoopt is. Jezus is gedoopt toen hij al groot was, maar toch aan het begin, aan het begin van zijn leven waarin hij rond trok om de mensen over God te vertellen. Johannes doopte hem in de rivier de Jordaan en uit de hemel kwam de Geest van God als een duif om hem te verlichten en te zalven.
Als een kindje in de kerk gedoopt wordt, zoals Jezus, wordt er ook water over het hoofdje gegoten, dat lijkt op wassen, douchen, maar we geven daarmee aan dat het kindje een ‘schoon’ leven kan beginnen samen met andere mensen die ook gedoopt zijn. En als een kindje in de kerk gedoopt wordt, krijgt het ook een kaars, licht. En die kaars geeft dan aan dat er altijd licht zal zijn ook als je het gevoel hebt dat er veel donker om je heen is, ook als je bang bent.
Het leven is meer dan geboorte, meer dan alleen maar een begin. Er gebeurt van alles in een leven. En voor alle belangrijke gebeurtenissen heeft de kerk iets dat je kunt zien en dat naar iets anders verwijst wat je niet zo direct ziet. Iets waardoor je kunt ontdekken dat die belangrijke gebeurtenis ook iets heel wonderlijks is, meer is dan je vaak denkt. Er zijn wel zeven wonderlijke topjes in de kerk. De doop verwijst naar het begin, maar waar zouden die zes andere wonderlijke topjes naar verwijzen? Naar welke andere zes belangrijke momenten van je leven?
Ik kan je al wel vertellen dat net als de doop die andere zes wonderlijke topjes te maken hebben met Jezus. We zijn hier op een plaats waar mensen zo’n 100 jaar geleden begonnen zijn een park aan te leggen, zodat je als het ware in de voetstappen van Jezus kunt lopen. Ze hebben gedeelten van het Heilig Land hier nagebouwd. In dat park gaan we nu in de voetsporen van Jezus, op zoek naar de wonderlijke zeven.
De Wonderlijke 7
De Doop
Op deze plaats gaat het over opgroeien en erbij horen. We horen allemaal ergens bij. Dat was ook zo voor Jezus. Jezus was een Joodse jongen, zo leerde Hij God kennen. Uit het verhaal dat we gaan horen wordt duidelijk hoe Jezus op een bijzondere manier bij God hoorde. En wij?
Marcus 1, 4-11
Het Vormsel
Als vormeling ga je steeds meer zelf kiezen, zelf vormgeven nu je ouder wordt. Je kiest ervoor hierbij God een rol te laten spelen, en het geloof dat je ouders je hebben meegegeven. Je spreekt bij het Vormsel zelf uit, wat je ouders voor jou deden toen je als kindje gedoopt werd. Het vlammetje van Jezus blijft branden in je hart. Hij is er altijd voor je. En je maakt met veel anderen deel uit van die grote gemeenschap rondom Jezus. Je bent nu volwassen voor de kerk, en dat betekent dat je op jouw eigen manier taakjes in de wereld op je neemt, dat je op die manier ook Jezus zult volgen.
Jezus gaat mee naar Jeruzalem – Lucas 2, 41-52
Het Huwelijk
Een mens heeft een ander nodig. Soms één ander om heel speciaal mee door het leven te gaan. Als twee mensen veel van elkaar houden, dan kunnen ze met elkaar gaan trouwen. Om het deftig te zeggen: ze treden in het huwelijk. Tegenover God en tegenover de mensen om hen heen zeggen ze dat ze bij elkaar willen horen en dat ze goed voor elkaar zullen zorgen. Bij een huwelijk hoort feest. Er moet dan vreugde zijn. Dat wil Jezus ook. Dat horen we in het verhaal over de bruiloft van Kana.
Jezus verandert water in wijn – Johannes 2, 1-12
De Wijding
We verstaan het sacrament vandaag als: het sacrament van de roeping. Iedereen wordt door God geroepen om een taak te vervullen in het leven, in de breedste zin van het woord ‘taak’. De kinderen van KOEMI spelen een stuk uit de voorstelling ‘Paulus’, waar Jezus aan Paulus in een verschijning vraagt: ‘Saulus (zo heette Paulus toen), waarom vervolg je mij?’ Het laat God niet onverschillig wat S/Paulus doet!
Boete en verzoening
We waren hier op een bijzondere plek. We waren op het plein voor het huis van Pontius Pilatus. Pontius Pilatus was de man die namens de Romeinen de baas was in het land van Jezus. Dit is zijn stoel. Hij besliste vanaf die stoel dat Jezus de doodstraf zou krijgen, aan het kruis. Terwijl er geen bewijs was dat Jezus iets fouts had gedaan. Een schuldige plek dus, waar we nu zijn. Hoe oud of hoe jong je ook bent, bij iedereen gaat er wel eens iets fout. Je doet iets wat niet mag of je bent onaardig tegen een ander. Maar gelukkig kan het meestal weer worden goedgemaakt. En we mogen erop vertrouwen dat God ons vergeeft. Jezus vertelde daarover een mooi verhaal. We gaan luisteren naar dat verhaal.
De zoon die verloren was – Lucas 15,11-32
De Ziekenzalving
In een woestijnherberg konden mensen weer bijkomen als ze na een tocht door de woestijn uitgeput waren. Daarom staan we op deze plaats stil bij mensen die uitgeput en ziek kunnen zijn, of het moeilijk kunnen hebben. Waar vinden ze dan hulp en steun? Wat geeft hen kracht? En wat kun jij doen? Het verhaal dat Jezus vertelde over hoe mensen reageerden op iemand in nood kan ons hierbij helpen.
Een Samaritaan helpt – Lucas 10:25-37
De Eucharistie
Zonder voedsel kunnen we niet leven. Dat kan niemand. Daar staan we op deze plaats bij stil, bij gevoed worden, bij brood om van te leven. Jezus sprak verschillende keren over brood en zeker ook over het delen van brood met elkaar. En Hij noemde zichzelf ‘Brood om van te leven’. Hieronder een verhaal hierover, het verhaal over het Laatste Avondmaal. In de Eucharistieviering horen we elke keer dit verhaal. Over Jezus als het brood ten leven, dat we delen met elkaar.
Jezus deelt brood en wijn uit – Mt 26, 26-30
De Slotviering
De liedjes van Marcel en Lydia die we in de viering zongen
Koning over alles (met gebaren)
en dan frietjes…
Namens het Familiepastoraat van bisdom ‘s-Hertogenbosch heel veel dank aan: Herwi Rikhof, Henk Welling, Els Geelen, Diny Geboers, Joke Huisintveld, Jan Claassen, Karina Bremer, Angela Voss, en de vele vrijwilligers.
foto: Ramon Mangold